Zin in een kleurrijke Indonesische salade vol knapperige groenten, tofu of tempeh en romige pindasaus? Ontdek wat gado gado is, welke groenten, eiwitten en basis (lontong of rijst) het beste werken en hoe je de saus perfect in balans brengt. Met stap-voor-stap tips, variaties (vegan/glutenvrij), serveer- en bewaarslimmigheidjes voorkom je missers en zet je elke keer een frisse, vullende bowl op tafel.

Wat is gado gado
Gado gado is een Indonesische maaltijdsalade waarbij je een kleurrijke mix van warme en lauwwarme groenten, eiwitten en koolhydraten overgiet met een romige, kruidige pindasaus. De naam betekent letterlijk “mix-mix”, en verwijst naar het samenbrengen van verschillende smaken en texturen op één bord. Oorspronkelijk komt het uit de Betawi-keuken van Jakarta, maar je vindt het in heel Indonesië en in de Indische keuken in Nederland en België. Meestal combineer je knapperig geblancheerde groenten zoals sperziebonen, kool en taugé met komkommer en soms aardappel, plus ei, tofu of tempeh voor eiwitten. Als basis serveer je het met lontong of ketupat (geperste rijst) of gewoon met warme rijst.
De gado gado saus is geen standaard satésaus: ze is vaak frisser en aromatischer, op basis van pinda’s met knoflook, rode peper, ketjap, gula djawa (palmsuiker), asem (tamarinde) en soms santen (kokos) of trassi (garnalenpasta), waarbij je de dikte naar smaak aanpast. Toppings als emping of kroepoek en krokante gebakken uitjes maken het af. Traditionele gado gado kan per regio verschillen, en je maakt net zo makkelijk een vegetarische of vegan versie door ei en trassi weg te laten. Zo krijg je een voedzame, vullende bowl met veel groenten, fijne bite en een saus die alles samenbrengt; ideaal als je een gado gado recept zoekt en zelf gado gado wilt maken.
Betekenis, herkomst en namen (gado-gado, gadogado)
Gado-gado betekent letterlijk “mix-mix” en verwijst naar het idee dat je allerlei groenten, eiwitten en koolhydraten samenbrengt onder één saus. Het gerecht wordt meestal verbonden met de Betawi-keuken uit Jakarta, waar straatverkopers het al vroeg populair maakten, en het groeide uit tot een van de bekendste Indonesische salades. Via migratie en de Indische keuken kreeg je het ook in Nederland en België op veel menukaarten en aan keukentafels.
Je komt verschillende schrijfwijzen tegen: gado gado (zonder koppelteken), gado-gado (met koppelteken) en gadogado (aan elkaar). Ze duiden allemaal hetzelfde gerecht aan. Soms hoor je ook verkorte of fonetische varianten, maar in recepten en op menukaarten zijn “gado gado” en “gado-gado” het meest gangbaar.
Wat zit er in gado gado (groenten, eiwitten, koolhydraten)
Gado gado bestaat uit een basis van geblancheerde en rauwe groenten, aangevuld met eiwitten en koolhydraten die de salade vullend maken. Denk aan sperziebonen, witte- of spitskool, taugé, komkommer, wortel en soms bloemkool of spinazie; zolang er bite en frisheid is, zit je goed. Voor eiwitten kies je meestal voor hardgekookt ei, knapperig gebakken tofu of gegrilde tempeh. De koolhydraatcomponent komt traditioneel van lontong of ketupat (geperste rijst), maar gewone rijst of stukjes aardappel kan ook prima.
Alles wordt bij elkaar gebracht met een romige, licht pittige pindasaus die de smaken verbindt. Extra crunch geef je met emping of kroepoek en gebakken uitjes. Zo stel je een schaal samen die balans heeft tussen vezels, eiwit en energie, precies zoals gado gado bedoeld is.
Wat is gado gado saus (pindasaus uitgelegd)
Gado gado saus is de hartige, romige pindasaus die alle onderdelen van gado gado bij elkaar brengt. In plaats van een zware satésaus is deze saus vaak iets dunner en frisser, met balans tussen zoet, zout, zuur en pittig. Meestal maak je haar van gemalen pinda’s of pindakaas met knoflook, rode peper, ketjap manis, palmsuiker (gula jawa) en zuur uit tamarinde of limoen; soms geef je extra body met santen (kokos) en wat diepte met een snufje trassi.
Je verdunt met warm water tot gietbare dikte en serveert de saus warm of lauwwarm over groenten, ei, tofu, tempeh en rijst of lontong. Proef steeds bij en stuur de balans bij tot je die kenmerkende, aromatische smaak te pakken hebt.
[TIP] Tip: Blanche groenten kort; serveer lauwwarm met verse pindasaus en limoen.

Gado gado recept: zelf maken
Zelf gado gado maken draait om slimme voorbereiding en timing. Begin met het snijwerk: maak sperziebonen schoon, snijd kool of spitskool fijn, was taugé en snijd komkommer en wortel in hapklare stukken. Blancheer de stevige groenten kort in ruim kokend water met een snuf zout zodat ze beetgaar blijven, en laat ze daarna goed uitlekken; rauwkomkommer en taugé houd je fris en ongekookt. Kook ondertussen lontong of rijst en zet eieren op voor hardgekookt. Voor de eiwitten bak je blokjes tofu goudbruin en geef je tempeh een snelle marinade met ketjap en een beetje knoflook.
De pindasaus maak je door gemalen pinda’s of pindakaas te mengen met knoflook, rode peper of sambal, ketjap manis, palmsuiker en wat tamarinde of limoensap; verdun met warm water tot schenkkracht en proef de balans. Schik alles in een schaal, giet de warme saus erover en maak af met gebakken uitjes en emping of kroepoek. Serveer meteen, dan blijft de groente knapperig en de saus vol en aromatisch.
Stap-voor-stap basisrecept
Zo maak je stap voor stap de basis van gado gado: kraakverse groenten, stevige eiwitten en romige pindasaus. Perfect als snelle maaltijd of kleurrijk bijgerecht.
- Snijd sperziebonen, (spits)kool, wortel en komkommer in hapklare stukken en spoel taugé. Kook de stevige groenten kort in ruim gezouten water tot beetgaar, koel direct terug onder koud water en laat goed uitlekken. Kook intussen rijst of maak lontong en kook de eieren 8-9 minuten hard. Dep tofu droog en bak goudbruin; bak tempeh desgewenst kort mee met een scheutje ketjap en wat knoflook.
- Maak de pindasaus van gemalen pinda’s of pindakaas met knoflook, sambal of rode peper, ketjap manis, palmsuiker en tamarinde- of limoensap. Verdun met warm water tot gietbaar en proef tot zoet, zout, zuur en pit in balans zijn.
- Leg groenten, rijst of lontong, ei en tofu/tempeh op een schaal en giet de saus er warm over. Werk af met gebakken uitjes en emping of kroepoek en serveer direct voor maximale knapperigheid.
Dit is de basis; varieer naar smaak met seizoensgroenten of andere eiwitten. In de volgende sectie vind je de verhoudingen voor de pindasaus.
Pindasaus maken: basis en verhoudingen
Een goede gado gado pindasaus is gietbaar, romig en in balans. Hanteer als basis per 100 gram gemalen pinda’s of 100% pindakaas ongeveer 150-200 ml warm water, 1-1,5 eetlepel ketjap manis, 1 teen knoflook (fijn), 1-2 theelepels palmsuiker, 1 theelepel tamarinde of 2 theelepels limoensap en ½-1 theelepel sambal. Verwarm alles rustig terwijl je klopt tot een gladde saus, voeg het water in delen toe en stop zodra de dikte lijkt op volle yoghurt.
Voor extra ronding kun je 1 eetlepel santen of kokosmelk toevoegen; voor diepte een mespuntje trassi. Proef steeds en stuur bij: meer zuur voor frisheid, suiker voor zachtheid, ketjap of zout voor hartigheid. De saus moet goed schenkbaar blijven zodat hij je groenten mooi bedekt.
Traditioneel en regionale varianten (indonesisch, indisch, moluks)
Traditioneel draait gado gado om geblancheerde groenten, ei, tofu of tempeh en lontong of ketupat, overgoten met een romige pindasaus met palmsuiker en tamarinde; in Jakarta (Betawi) is dit de bekendste stijl. Regionaal in Indonesië schuift de balans: op Java kan de saus iets zoeter of pittiger zijn, soms met extra knoflook, kencur of een vleugje trassi, en gebruik je kousenband, kool, taugé en komkommer in wisselende verhoudingen.
In de Indische keuken in Nederland maak je vaak een iets dikkere pindakaasbasis met ketjap manis en soms kokos, serveer je er aardappel en rijst of lontong bij, plus kroepoek en atjar. Molukse varianten zijn vaak kruidiger en pittiger, met royaal lombok en soms meer trassi, terwijl de opbouw met veel groente en pindasaus herkenbaar blijft.
[TIP] Tip: Blancheer groenten apart, koel terug, meng pas voor serveren met pindasaus.

Ingrediënten kiezen en variëren
De kracht van gado gado zit in slimme keuzes: je combineert knapperige en zachte groenten, een paar goede eiwitbronnen en een koolhydraatbasis die alles bij elkaar houdt. Kies seizoensgroenten met bite zoals sperziebonen, spitskool, wortel, taugé en komkommer; in de winter doen bloemkool, bimi of boontjes uit de vriezer het prima. Voor eiwitten ga je voor hardgekookt ei, goudbruin gebakken tofu of gegrilde tempeh; liefhebbers kunnen er saté naast serveren. Als koolhydraten passen lontong of ketupat perfect, maar gewone rijst of wat aardappel werkt net zo goed.
Stel de pindasaus af op je keuzes: iets dunner voor veel rauw en geblancheerd, iets dikker als je aardappel of rijst gebruikt. Breng in balans met ketjap manis, palmsuiker, tamarinde of limoen en een tik sambal; laat trassi weg voor een vegan versie. Voor extra crunch zijn emping, kroepoek of gebakken uitjes fijn, terwijl atjar of komkommer wat fris zuur toevoegt. Let bij glutenvrij koken op ketjap (kies glutenvrije ketjap of tamari) en bij vegan op de topping.
Beste groenten en bereidingswijzen
Voor gado gado kies je groenten met bite die lekker blijven onder een warme pindasaus. Sperziebonen of kousenband, spits- of witte kool, wortel, bloemkool en bimi doen het top; vul aan met taugé en komkommer voor frisheid. Blancheer harde groenten kort in ruim gezouten water tot beetgaar (meestal 1-3 minuten), spoel ze koud na voor kleur en structuur en laat goed uitlekken zodat de saus beter hecht.
Taugé hoef je alleen 20-30 seconden te blancheren, komkommer serveer je rauw. Kool kun je heel kort slinken of flitsblancheren. Liever stomen? Dat behoudt smaak en vitamines, maar houd de timing strak. Wil je extra diepte, rooster dan wortel of bimi kort in de oven of op een grillpan. Werk lauw-warm, dan proef je de groente én blijft alles knapperig.
Eiwitten en koolhydraten: ei, tofu, tempeh, lontong of rijst
Deze tabel vergelijkt de belangrijkste eiwit- en koolhydraatopties voor gado gado – ei, tofu, tempeh, lontong en rijst – op voedingswaarde, bereiding en smaak. Zo kies je snel wat past bij jouw gewenste structuur, verzadiging en voedingsprofiel.
| Item | Typische portie & macro’s (±) | Bereidingstip in gado gado | Smaak & structuur |
|---|---|---|---|
| Ei (gekookt) | 1 stuk (±50 g): ~6 g eiwit, <1 g kh | Zacht- of hardgekookt; halveren/kwarten en lauwwarm serveren. | Romig eigeel, mild; ronde smaak die pittige pindasaus tempert. |
| Tofu (stevig) | 100 g: ~8-12 g eiwit, ~1-2 g kh | Droogdeppen; in blokjes bakken of grillen tot goudbruin voor bite. | Mild en neutraal; buiten knapperig, binnen zacht, neemt saus goed op. |
| Tempeh | 100 g: ~18-20 g eiwit, ~9 g kh | In plakjes/blokjes; kort marineren (bijv. ketjap, knoflook) en bakken. | Nootachtig en stevig; umami-boost en zeer vullend. |
| Lontong (rijstcake) | 100 g: ~28-30 g kh, ~2-3 g eiwit | In blokjes; kort opwarmen/stomen zodat het compact blijft. | Compact en neutraal; zuigt pindasaus op, traditionele keuze. |
| Rijst (gekookt) | 150 g: ~45 g kh, ~3 g eiwit | Loskoken; wit voor klassiek, volkoren voor extra vezels. | Losse korrel en mild; maakt de maaltijd lichter dan lontong. |
Kortom: kies tempeh of tofu voor veel plantaardig eiwit, ei voor romigheid, en lontong of rijst als stevige koolhydraatbasis. Volkoren rijst biedt extra vezels; lontong geeft de meest authentieke “gado gado”-bite.
In gado gado leveren eiwitten en koolhydraten vulling en balans. Kook eieren 9-10 minuten hard, laat ze schrikken en serveer in partjes. Voor tofu kies je stevige tofu, pers het vocht eruit, dep droog en bak goudbruin en knapperig; een snelle ketjap-knoflookmarinade geeft extra smaak. Tempeh snijd je in dunne plakjes of blokjes en bak je kort na een kruidige marinade met ketjap, knoflook en een beetje sambal.
Als basis is lontong ideaal: geperste rijst die je in blokjes snijdt en die de saus mooi vasthoudt; maak hem bij voorkeur eerder zodat hij kan opstijven. Geen lontong in huis? Gewone rijst werkt prima. Stem de pindasaus af: iets dikker bij losse rijst, iets dunner bij compacte lontong.
Variaties: vegetarisch en vegan
Gado gado is van nature grotendeels vegetarisch, en je maakt het in een handomdraai vegan. Laat simpelweg het ei weg en bouw extra eiwit in met tofu, tempeh, edamame of snel geroosterde paddenstoelen. In de pindasaus skip je trassi (garnalenpasta) en versterk je de umami met iets meer ketjap manis of tamari, een kneep limoen en een snuf miso of verkruimelde nori.
Santen of een scheut kokosmelk houdt de saus romig én volledig plantaardig. Let bij de toppings op: emping is doorgaans vegan, maar kroepoek bevat vaak garnalen; kies dan cassavekroepoek. Als basis werken lontong of rijst allebei, volkorenrijst geeft extra vezels. Check bij glutenvrij koken de ketjap, of gebruik tamari.
[TIP] Tip: Gebruik seizoensgroenten, wissel tofu en tempeh, en varieer pindasaus.

Serveren, bewaren en gezondheid
Gado gado komt het best tot zijn recht als je lauwwarm serveert: schik de groenten, ei, tofu of tempeh en lontong of rijst in een schaal en giet de pindasaus er pas op het laatste moment overheen, of zet de saus apart zodat iedereen zelf kan doseren. Maak af met emping of kroepoek, gebakken uitjes en een friszuur accent zoals atjar of limoen. Voor bewaren houd je de onderdelen gescheiden: pindasaus blijft 3-4 dagen goed in de koelkast (luchtdicht), verdun bij opwarmen met een scheut warm water en verwarm rustig zodat ze niet schift; geblancheerde groenten bewaar je 2-3 dagen, rijst of lontong 1-2 dagen goed doorgekoeld.
Komkommer en taugé voeg je liever vers toe. Invriezen kan voor saus (tot 2 maanden) en lontong; groenten blijven dan minder knapperig. Qua gezondheid zit je met gado gado vol groenten, vezels en plantaardige eiwitten; de pindasaus is voedzaam maar calorierijk, dus mik op zo’n 2-3 eetlepels per persoon en proef met zuur (tamarinde/limoen) in plaats van extra suiker. Kies ongezouten pinda’s, gebruik matig ketjap en ga voor volkorenrijst als je extra vezels wilt. Zo houd je het fris, vullend en in balans, van doordeweekse bowl tot meal prep.
Serveren: met rijst, knapperige toppings en satésaus
Je serveert gado gado het lekkerst met warme rijst of blokjes lontong als stevige basis, zodat de pindasaus zich mooi verdeelt. Schik de groenten, ei, tofu of tempeh op een schaal, schep er lauwwarme saus over en houd wat achter om aan tafel bij te schenken. Voor extra bite strooi je emping of kroepoek en een handje gebakken uitjes erover; een lepeltje atjar of wat limoen geeft fris zuur.
Heb je saté erbij, serveer die met een eigen satésaus apart. Gebruik je satésaus in plaats van gado gado saus, verdun dan met warm water en breng op smaak met tamarinde of limoen voor de kenmerkende, iets frissere balans.
Is gado gado gezond? porties en voedingswaarden
Gado gado kan heel gezond zijn, omdat je veel groenten, vezels en plantaardige eiwitten binnenkrijgt. De pindasaus levert vooral energie en vetten, maar dan wel grotendeels onverzadigd vet uit pinda’s. Houd je porties slim: mik per persoon op 250-400 gram groenten, 1 hand eiwit (bijv. 100-150 gram tofu/tempeh of 1 ei met wat tofu) en 1 kopje gekookte rijst of blokjes lontong (circa 150-200 gram).
Doseer de saus met 2-3 eetlepels; dat geeft smaak zonder dat je calorieën doorschieten. Kies ongezouten pinda’s of 100% pindakaas, gebruik matig ketjap en breng extra op smaak met limoen of tamarinde in plaats van extra suiker. Ga voor volkorenrijst als je meer vezels wilt en voeg atjar toe voor fris zuur zonder extra calorieën. Zo blijft je bowl vullend, in balans en voedzaam.
Veelgemaakte fouten en hoe je ze voorkomt
Zelfs bij een simpel ogend gerecht als gado gado liggen er valkuilen op de loer. Met deze tips blijft alles knapperig, vol smaak en in balans.
- Slappe groente en zompige borden: blancheer kort in ruim gezouten water, spoel direct koud na, laat echt goed uitlekken en meng pas vlak voor serveren.
- Pindasaus uit balans of geschift: verdun te dikke of plakkerige saus stap voor stap met warm water; te zoet? corrigeer met tamarinde of limoen; te zout? verdun en voeg wat palmsuiker toe. Laat de saus niet koken, maar warm rustig op om schiften te voorkomen.
- Eiwitten en koolhydraten zonder bite: pers tofu, bak op hoog vuur en marineer kort; maak lontong een dag eerder zodat hij stevig snijdt; doseer de saus – liever bijschenken dan overgieten.
Met deze eenvoudige checks zet je een gado gado neer die fris, knapperig en perfect op smaak is. Zo proef je elke component én de saus zoals het hoort.
Veelgestelde vragen over gado gado
Wat is het belangrijkste om te weten over gado gado?
Gado gado is een Indonesische groentesalade (ook geschreven gado-gado/gadogado) met knapperige groenten, ei, tofu of tempeh, lontong of rijst, overgoten met romige, licht pittige pindasaus. Balans tussen vers, warm en crunchy is essentieel.
Hoe begin je het beste met gado gado?
Begin met blancheren van harde groenten, stomen of kort koken van boontjes en kool, kook eieren, bak tofu/tempeh goudbruin. Maak pindasaus (pinda:water:ketjap:limoen 1:1:0,25:0,25), proef op zoet-zuur-zout-pit, serveer alles lauwwarm.
Wat zijn veelgemaakte fouten bij gado gado?
Veelgemaakte fouten: groenten te gaar koken (bite weg), waterige of te dikke pindasaus, onbalans in zoet-zuur-zout, slappe tofu, geen crunch. Oplossing: kort garen, saus afstellen, goed kruiden, tofu persen, krokante toppings.





